Snoezelen: meer dan alleen de lichten aandoen
Nederlands Het concept klinkt eenvoudig, mensen die medelevende zorg verlenen aan andere mensen. Toch is dit in de zorg voor mensen met dementie een zeer ongrijpbaar construct gebleken. Dementie treft momenteel meer dan 35 miljoen mensen, met de meest voorkomende diagnose de ziekte van Alzheimer [1]. De kenmerken van symptomen die geassocieerd worden met dementie zijn cognitieve en functionele achteruitgang en bij veel mensen de ontwikkeling van gedrags- en psychologische symptomen (BPSD) op basis van neurologische en functionele achteruitgang. 20% van de mensen met de ziekte woont in de gemeenschap, terwijl 40-60% van de mensen in zorginstellingen woont, secundair aan gedragsmatige symptomen zoals agitatie of dwalen of het onvermogen om voor zichzelf te zorgen als gevolg van functionele achteruitgang [2]. Het aantal mensen bij wie dementie is vastgesteld, zal naar verwachting tegen 2040 explosief stijgen, gebaseerd op een grote cohort mensen die tegelijkertijd ouder worden, waarbij het aantal mensen met deze diagnose wereldwijd naar schatting oploopt tot 81,1 miljoen [3]. De bezorgdheid over het verhogen van de basistarieven wordt versterkt, omdat er op dit moment geen biologische behandelingen zijn om dementie te voorkomen of te genezen.
Niet-farmacologische interventies ter verbetering van het welzijn zijn eerstelijnsinterventies [1] in de dementiezorg en de effectiviteit van deze benaderingen kan worden vergroot als de zorgverlening de nadruk legt op een persoonsgerichte benadering. De reden voor een persoonsgerichte benadering is gebaseerd op ziektespecifieke, niet-biologische problemen van dementie met zorgpraktijken en bijbehorende zorgproblemen [4].